Hier komt ons verhaal.
18 september, de dag van het feest voor en van tante Renny,
Vandaag is het hoofd van Honk afgeplakt met pleisters, ongeveer tien vierkante cm. bruine pleister. Om elf uur moesten we van de camping af zijn, maar onze was was nog niet droog, dus hadden we camper voor de camping geparkeerd, terwijl de was nog in de droger zat. We hebben ons in het net gestoken. Van de feestkleding ( heel anders dan kampeerkleding) hebben wel even een plaatje gemaakt.
The party.
Het was heel erg gezellig. Tante Renny heeft naar mijn idee ook heel erg genoten. Het is mooi om te voelen wat een warm gezin zij heeft.
Nu hebben wij de camper geparkeerd op de oprit van van Bob en Bridgit. De avond hebben we heel gezellig in familieverband doorgebracht. Lekker wat kletsen, verhalen van vroeger, praten over dat wat je bezighoudt, in je werk, of in je dagelijks leven. Het was dus goed.
Ik ben begonnen met de pleisters en ik eindig ermee. Gus zei dat hij eerst dacht dat er ook een joodse man in de kerk was, maar dat was Honk met zijn afgeplakte achterhoofd.
Morgen gaan we hier weg om zo dicht mogelijk bij het verhuurbedrijf te overnachten. Dan kunnen we de camper om negen op maandagochtend inleveren. Johanna brengt ons naar het vliegveld.
Kleine toevoeging:
Er was een bezoeker uit Canada waar ik me aan voorstelde. Nou zei hij:"van Muiswinkel, dat is een heel gewone naam in Breukelen". De man was de zwager van tante Renny; ook een Bijlenga en kwam van oorsprong (1949 vertrokken) uit Breukelen.
Hier foto's.

17 september, terug in Seattle (nou ja; in de buurt van)
Vandaag na een copieus ontbijt in het hotel (beker thee, bekertje sinaasappelsap en een bagle) zijn we vertrokken richting Seattle. In Shelton zijn we even gestopt om winkels te kijken. Behalve een oude stoomlocomotief, indertijd gebruikt voor vervoer van boomstammen en een kringloperwinkel, was er niet veel te zien. Hooguit het voormalige bankgebouw in twee versies: de eerste originele versie die zo in een Lucky Luke boek kan figureren en de tweede versie, geschilderd op de muur in een zijstraat. Daarna via Olympia doorgereden naar een KOA campground in de buurt van Kent. Dit is slechts 26 km van het huis van Tante Rennie, Bob, Bridgit, Rennie Jane en Molly. Daar zijn we dus naar toe gereden. Dat was een gezellige ontmoeting met de familie, temeer ook omdat oom Thomas en tante Tonnie daar ook waren. In de namiddag zijn we met z'n allen door oom Thomas uitgenodigd voor een maaltijd. Dat viel bij ons goed in de smaak. Aan het begin van de avond kwamen ook Herman en zijn kinderen, Nolan, Helen en Cees ( Is de spelling goed?) aan. Voor mij ( Bregtje) toch wel nieuwe gezichten. Honk had Herman nog in 1980 gezien en ik in 1977, toen onze oma Sturing 80 jaar werd. Halverwege de avond zijn we teruggereden naar de camping, waar we nu, met de regen tikkend op ons dak, ons verhaal zitten te tikken. Wij kijken uit naar morgen. We overnachten dan op de oprit van Bob en Bridgit. Full hookup. Grapje!
For those, living in the US and who followed us during these weeks a short message in Dunglish (Dutch English).
We thank you for your support and we were very pleased to notify that you did read our diary almost daily (we checked the visitors counter on the first page).
Furthermore we would thank you all for your help (transport etc) and for the hospitality during these days. If we ever do another trip in this part of the world, we hope to visit Seattle/Bellevue again.
Pour nos ami(e)s en France: merci pour vos visites de notre site web.
En hier de foto's van vandaag.

16 september, goed nieuws en slecht nieuws.
Het goede nieuws betreft een mooie ochtend die we doorbrachten op fort Rodhill en de vuurtoren "Fisgard Lighthouse. De vuurtoren is de oudste van de westkust van Canada. Omdat we voor openingstijd al present waren, zijn we eerst nog even gaan vogels kijken, iets verderop.
Rond het middaguur zijn we naar Victoria te gaan om ons in te schepen naar Port Angeles in de staat Washington, Verenigde staten. Toen begon het gedonder (dit is dus het slechte nieuws). We dachten wel even een RV park te vinden, maar dat was ijdele hoop. Het werd alsmaar donkerder en de regen bleef vallen. Uiteindelijk, na 3 keer aanwijzingen gekregen te hebben van verder vriendelijke mensen, hadden we het state park gevonden. Maar helaas was het gesloten. De stemming in de auto was inmiddels erg gezellig en we besloten een hotel te zoeken. Dat was dan gelukkig weer niet zo moeilijk zodat ik nu op een hotelkamer dit verslag zit te tikken; met een flink pak verbandjes op m'n hoofd, want ik heb weer eens m'n kop gestoten. Ik bloed als een rund. Moet wel overgaan voor ik een oud mannetje ben.
Hier zijn de foto's.

15 september, Butchart Gardens.
Vanmorgen vroeg uit de veren. Geen beer, geen herten. Butchart gardens staat op het programma. Dit is een enorm toeristische trekpleister. Ben je hier niet geweest dan heb je het niet goed gedaan. Het zijn prachtig aangelegde en goed verzorgde tuinen, die in het begin van de 20e eeuw zijn gemaakt in en rondom een oude steengroeve. De dame die het idee had, hoefde niet op de centen te letten en voor allerlei werkzaamheden had ze haar mannetjes. De planten komen overal vandaan, maar het spetterende van de tuin zijn vooral de eenjarigen. Met als gevolg soms een erg bont geheel, vooral door de combinatie van de verschillende kleuren. Prachtig zijn de japanse esdoorns. Vanmiddag nog even in Victoria geweest. Morgen hebben we de boot van drie uur naar Port Angeles (USA). Hier zijn de foto's.

14 september, een rustige dag.
Vandaag was het weer prachtig weer en hebben we er een beetje een rustdag van gemaakt. 's Ochtends de stoeltjes gepakt en aan de rivier gezeten. Op een gegeven moment verschenen aan de overkant een aantal herten. Verder hebben we ook nog een soort ijsvogels gezien. Na de middag eerst een wandeling gemaakt over Whiffin Spit. Tijdens de wandeling nog een zeehond gespot en twee meeuwen die een flinke krab hadden gevangen. Daarna nog een rondrit door/over East Sooke, maar dat viel een beetje tegen. Morgen gaan we verder. Toch wat foto's.

13 september 2010; Een beer!
Toen wij vanmiddag de camper wegzetten, zag ik vanuit mijn ooghoek een vlek die zwarter was dan de donkere schaduw onder bomen. En jawel een beer op ongeveer 75 meter van de camper. Er zit wel een rivier tussen. Bruintje klom in een jonge boom om daar besjes of blaadjes op te peuzelen. We hebben een hele tijd naar hem zitten kijken. Om onze belevenissen van vandaag door te sturen moeten we in de buurt zijn van het hok van de beheerder. Jullie begrijpen dat we daar enigszins met geluid heen gaan. Overigens doen alleen de personen die onbekend zijn met het fenomeen "beer" zo zot. De autochtonen bekijken het alsof de poes van de buren over de tuinmuur loopt.
Vandaag hebben we de "highway" genomen naar Port Renfrew. Daar ligt Botanical Beach. Bij laagwater zijn daar allemaal poeltjes die lijken op kleine zoutwater-aquaria. Het was mooi, maar het is een beetje overdreven om te zeggen dat dit zo uniek is.
Het was echter een leuke dag, met zelfs op het eind van de dag wat zon. In de haven van Port Renfrew, was weer een Nederlandse groep neergestreken. De vissers kwamen thuis met heilbot, maar de Hollandse dame kreeg gratis wat van de bijvangst. Genoeg voor bij de borrel was het commentaar. Wij gaan nu deze berichten versturen. Beerproof naar ik hoop.
Hier wat foto's.

12 september 2010; Totempalen.
Vandaag ongeveer 250 kilometer te gaan met een stop in Duncan. Het regent de hele dag. Al die mooie snow-topped mountains, we zien ze niet. In Duncan willen we stoppen voor de totempalen. maar voor we aan die route beginnen vergapen we ons aan een winkel genaamd:"in the tulips" of zoiets. Boerenkoolstamppot van Knorr, driehoek soda, kaas, kommetjes voor de erwtensoep, speculaas, A.H.hagelslag ( ja lieve kleinkinderen van tante Rennie, maar het was zondag en de winkel was dicht). Dus Johanna, geen zoute drop.
Via een met gele voetstappen aangegeven route bekijken we de totempalen allemaal. Ze zijn vooral rond 1988 gemaakt, en zijn naar mijn idee een gevolg van de nieuwe belangstelling voor deze kunst. Overigens vind je op dit eiland voortdurend de nalatenschap van de oorspronkelijke bewoners terug, in de taal, in de plaatsnamen, in de kunstuitingen. Heel boeiend allemaal.
Na Duncan, doorgereden naar Sooke. Omdat we electriciteit nodig hebben, is het moeilijk om een camping te vinden. We zijn al een heel eind op weg naar Port Renfrew, als we besluiten om toch maar om draaien. En jawel, er is wel een camping in Sooke. De komende dagen staan Botanical Beach en nog wat beaches op het programma. Er schijnen hier otters te zijn, die willen we dan wel zien. Overigens zijn we hier, op nog geen half uur rijden van de stad, zooooo op het platteland dat je je gewoon midden in een western waant. Hoe het zal gaan met het internet is nog een verrassing. In de buurt van het hok van de beheerder zouden we bereik kunnen hebben. We zullen zien.
hier zijn de foto's van vandaag.

11 september 2010,
Zeker voor de mensen in de V.S. een gedenkwaardige dag. Voor ons een dag met veel nattigheid. Het valt met bakken uit de hemel. Vandaag zijn we nog even naar het eind van Highway 19 gegaan. Eerst hadden we besloten niet naar Port Hardy te gaan, maar dat meest noordelijk gelegen punt, wat voor ons bereikbaar was, bleef toch trekken. Het was meer iets van: "Hier is het dan en nu weer terug." Maar ja toen was er die weg naar Port Alice. Toch ook maar even doen. Bij Marble River was een gezin met twee kleine kinderen aan het vissen. Ma had een enorme zalm aan de lijn, maar de lijn knapte en de zalm van een centimeter of zestig, ging er met een haak in haar bek vandoor. Nu zal zij daar niet lang meer last van hebben, want eenmaal boven in het meer waar ze geboren is, zet ze haar eitjes af en dan gaat ze dood. De rivieren die hier eindigen in een meer gaan vanaf vandaag wemelen van de zalm. Betekent ook dat de plaatsjes hier gaan stinken naar al die dode vis. Hopelijk doen de beren hun best. Die kuieren met zijn allen langs de oevers van de rivier en dan , hup, grote sprong, klauw erop en weer een beetje extra vet voor de winter binnen. Overigens zijn we nu weer in de bewoonde wereld en hebben we weer verbinding met het internet. Morgen gaan we naar de westkust. Sooke is onze eerste bestemming. Hoe het daar is met de bereikbaarheid, weet ik niet. Ik heb gelezen dat de telefoon bereikbaar is door Amerikaanse providers. We zullen zien. Hier de foto's.
10 september 2010, de dag van de Orka's.
Vandaag is het de dag van de killerwhales of wel orka’s. Men heeft soms bezwaar tegen de naam killerwhales en wil dan dat deze dieren "orka’s” worden genoemd. Nu is de Latijnse naam Orcinus orca, wat "gedrocht uit de hel" betekent. Dus wat heb je liever? Om 1 uur varen we weg, over spiegelglad water. Niks te zien, hooguit een bald eagle in een topje van een boom. Nog een zeeolifant en dat is het voor alsnog. De groep orka’s was in de ochtend naar het zuiden gegaan. Dan komt het bericht, dat de dieren rechtsomkeert hebben gemaakt en na een poosje worden de eerste fonteintjes gespot. De boot wordt stil gelegd. Stilte! Dan het geluid van de onderwatermicrofoon. Geweldig. Elke groep heeft zijn eigen communicatiegeluid, c.q. taal. Dat is een aspect waaraan men de groep kan herkennen. Verder is de rugvin specifiek voor ieder dier. Het was een erg leuke middag met ook weer leuke ontmoetingen. Vanavond heerlijk gegeten in het dorp op palen en koffie gedronken bij Jan en Hanna, een Nederlands stel dat een huisje gehuurd had in Telegraph Cove en die wij ontmoetten in het restaurant. In het donker terug met een gammele zaklantaarn, maar er waren gelukkig geen beren op onze weg. Morgen eerst tanken in Port McNeill en dan waarschijnlijk terug naar de bewoonde wereld met internet en cellphone.
Foto's!

9 september 2010
Van Campbell River naar Telegraph Cove. 200 Kilometer groen. De weg is heel goed. Op een van de parkeerplaatsen eten we boterham. Achter ons stopt een camper, waarvan we de eigenaren ook al hebben ontmoet op de ferry van Annacortes naar Sydney. Het is een Duits stel dat er al 180 dagen op heeft zitten langs de westkant van Zuid Amerika, Midden Amerika en Noord Amerika. Als toetje doen ze nog even Vancouver Island. We wisselen even wat ervaringen uit en dan gaat het voor ons weer richting het noorden. Telegraph Cove is een dorp op palen in het water. Er staat wat nieuwbouw voor de toeristen, maar buiten twee campings is er niets. We vinden een plaatsje in het bos. Van hieruit kun je naar een andere Cove wandelen. Doen we. In het water zien we een zeehond en dan beweegt er op ongeveer 200 meter afstand wat zwarts. Een gratis beer. Enigszins nerveus lachend gaan we terug naar de camping. Daar spreken we een man die ons vertelt dat de Vancouver-eiland-beren heel vriendelijk zijn. Er zijn meer beren dan mensen in dit gebied.
Inmiddels hebben we in het palendorp een pet voor Honk gekocht, want hij stoot steeds zijn hoofd en door de bloedverdunners geeft dat afschrikwekkende beelden.
Ook zijn we inmiddels geboekt voor de walvissen. Dat gaat morgen gebeuren. Ondanks de naam Telegraph Cove hebben we hier niets aan onze communicatie apparaten.
Ik geloof dat de sms-jes naar de kinderen wel zijn aangekomen. Sorry van het tijdstip. Even vergeten die negen uren tijdsverschil.
Hier zijn de foto's.

8 september 2010; met de boot naar de Grizzlys.
Vandaag zijn we dus met de boot naar Bute inlet gevaren. Dit is wat ze in Noorwegen een flord noemen. De tocht zelf was al een groot plezier. Helaas onderweg geen walvissen gezien.
Bij Olford aangekomen, een "first nations" reservaat, waar de first nation mensen de scepter zwaaien, werden we met een bus naar de diverse platforms gereden, waar vanaf we beren konden bekijken. Een hele aparte belevenis. In totaal hebben we 11 beren gezien, waaronder een moeder met twee jongen. We hebben een
paar foto's.
De terugtocht was wat omstuimiger, omdat het vloed werd. Het water komt dan met ongelooflijke kracht naar binnen. Dat veroorzaakt allerlei "Ocean Rapids". Wild water en soms enorme draaikolken. We hebben vandaag genoten!

7 september 2010; Op naar Campbell River.
Vandaag zijn we verder gegaan naar het noorden. Eerst nog even in Nanaimo bloed laten prikken en toen via Parksville, Oyster Bay naar Campbell River gereden. Onderweg nog even op een strand geweest en daar hebben we een schelp gevonden, zo groot als we nog nooit gevonden hebben. Er is een foto van.
Bij de Tourist Info hebben we gevraagd welke campings er in de buurt waren. Ze konden ons goed helpen en eveneens hebben ze voor ons gebeld naar een
"first nation" bedrijf voor een tocht naar de grizzly beren. Morgenochtend is het zover!!
Overigens vertelde de mevrouw van het restaurant waar we gelunched hebben, dat er vanmorgen consternatie was: er was een zwarte beer verschenen op het strand. Die hebben we dus gemist.
Hier de foto's van vandaag.

6 september 2010; regen en regenwoud.
Toen vanochtend wakker werden regende het en bleef het regenen. Toch zijn we op pad gegaan en hebben daar geen spijt van gehad. Richting noorden zijn we via Parksville en Coombs, waar de geiten over de daken lopen naar Port Alberni gegaan. Dat ligt een eind landinwaarts, aan het einde van een fjord dat aan de westkust toegang geeft tot de oceaan. Port Alberni is dus eigenlijk een zeehaven. We waren daar getuigen van het einde van het Salmon festival. Een grote viswedstrijd. Wie de grootste ving, kreeg een prijs van 10.000 dollar; voorwaar geen kattenpis.
Op de terugweg zijn we gestopt bij Cathedral Grove Rainforest. Hier staan nog een groot aantal hele grote bomen, o.a. de Douglas fir. Sommige bomen zijn ongeveer 800 jaar oud. Het merendeel "slechts" 350 jaar, omdat toen een grote brand veel verwoest heeft.
We hebben weer een paar plaatjes.
Klik maar.

5 september 2010; een bijzondere ontmoeting.
Nadat we vanmorgen op weg waren gegaan voor een volgende etappe, zijn we gestopt op een leuk punt aan het water in de buurt van Millbay. Hier hebben we de stoeltjes buitengezet en lekkere, eigen, koffie gedronken. Op een gegeven moment kwamen er twee dames aan, beladen met bagage, die een eindje terug van de veerboot afgekomen waren. Ze vroegen of ze een stukje met ons mochten meerijden, tot een plaats waar ze een taxi konden zoeken. Wij stelden voor dat ze mee zouden rijden naar Duncan; dat lag op onze weg. Zij dolblij. Ze hadden afgesproken met een vriend in Maple bay. Eenmaal in Duncan aangekomen zeiden we dat we net zo goed even naar Maple Bay konden rijden. OK. Daar aangekomen, bleken we toch ergens anders te moeten zijn; Birdseye Cove. De weg gevraagd aan een local. Oh ja, een eindje terug en dan naar links waar een bordje staat. Geen bordje te zien. Uiteindelijk stonden we weer in Duncan. Daar bij een tankstation weer gevraagd. Weer terug richting Maple Bay en op tijd rechts af. Ja hoor. Daar was het. Dames dolblij; we moesten mee lunchen. Dat vond plaats in....Maple Bay in een restaurant waar we al voor gestaan hadden. Kortom het was allemaal erg gezellig en we hebben vriendinnen voor het leven.
Daarna zijn we doorgereden naar Nainamo, waar we nu op een hele grote camping staan. Na het achteruitrijden, vertelde een Canadees dat we op nummer tien stonden (in het nederlands) en niet op 11, wat had gemoeten. Dus weer de achteruit truc gedaan. De man was in Schevingen geboren. We hebben weer wat
foto's.

4 september 2010; Victoria.
We hebben het helemaal gehad met wat ze op dit continent koffie noemen. Dus hebben we een klein koffiezet-apparaatje gekocht en kunnen we koffie naar eigen smaak maken.
We hebben vandaag Victoria bezocht. Eerst hebben we boodschappen gedaan in een enorme supermarkt (Wallmart). Daarna heb ik hier een dokter bezocht, teneinde een formulier te bemachtigen waarmee ik een bloedafname voor de trombosedienst kan laten doen. Dat gaat dinsdag gebeuren, want maandag is een nationale feestdag; labourday.
In Victoria hebben we een tour gemaakt op zo'n dubbeldeksbus, die je in alle grote steden op de wereld kunt vinden. Niet erg indrukwekkend; als ze iets kunnen laten zien uit 1889, dan zijn ze enorm trots. In dat jaar waren mijn beide grootvaders allang volwassen.
We staan nu op een camping bij Malahat; net iets ten noordwesten van Victoria. Op deze camping vechten de "red squirrels" en de "Stellar Jays" om de pinda's die de camping beheerder in een aan een boom hangend kastje doet.
Bekijk de foto's maar eens.

3 september 2010; de oversteek
Vandaag stond de overtocht naar Vancouver Island op het programma. Een prachtige overtocht van Anacortes naar Sidney. Tussen de vele eilanden van de San Juan eilandengroep door naar Sidney. Veel mooie vergezichten, maar helaas geen walvissen.
Nu staan we op een wat rommelige camping aan het water, iets ten noorden van Victoria.
Omdat we van te voren geen etenswaren konden inslaan om dat de canadese douane dat allemaal verbiedt. hebben we op deze camping maar pizza's laten bezorgen; de middelmaat. Nou begrijpen waarom de mensen hier zo dik worden. In feite hebben we nog voor dagen pizza. Maar dat zal wel vuilbak worden.
Hier voor wat foto's van vandaag.

2 september 2010; Seattle en de RV

Vanmorgen zijn we, na een langdurige nachtrust, Seattle gaan bekijken. Met stralend weer zijn we bovenop de Space Needle geweest en hebben uitgebreid Seattle bekeken. Daarna een ritje van 3 minuten met de monorail naar downtown Seattle.
Na de middag heeft Tante Renny ons opgehaald en naar Everett gebracht waar we onze RV in ontvangst hebben genomen. Mede dankzij de opletttendheid van tante Renny, werden een aantal kleine schades op het acceptatieformulier aangetekend.
Vervolgens zijn we naar Burlington gereden en staan nu op een KOA camping. Alles aangesloten; water, electriciteit en afvoer naar het riool. Een bijzonder aardige mevrouw op de receptie van de camping heeft voor ons gebeld naar de veerboot om te kijken of een reservering voor morgen nog mogelijk was. En ja; dat kon geregeld.Op het shirt stond: "KOA: great people, great campings" en dat beamen we graag.
Kijk voor een paar plaatjes op de volgende
foto pagina.

1 september 2010.
Woensdagochtend vertrrokken van een druk Schiphol. Na de eerste rij voor de incheck apparaten, bleek dat niet alles in orde was en moesten we in een andere rij voor het verstrekken van nadere informatie. Het bleek dat we geen ESTA verklaring hadden aangevraagd (een soort visum). Dus moesten we naar een andere automaat om alsnog die ESTA verklaring aan te vragen. Toen mochten we voorkruipen bij de incheckrij. We waren om kwart voor acht op schiphol aan het staartje van de eerste rij en om tien voor negen konden we op weg naar de gate, waar het boarden reeds was begonnen.

Na een rustige vlucht van ruim 10 uur kwamen we aan in een zon-overgoten Seattle. Daar wachtte onze nicht Johanna ons op en bracht ons naar het hotel. Na het inchecken zijn we naar de dichtst bijzijnde Starbuck gelopen. Vervolgens hebben we nog even langs het waterfront gewandeld, waar we een paar foto's genomen hebben. (staan op de
foto pagina).